22. Ida Rolf: vereer het lichaam
Toen Ida Rolf 20 jaar oud was, viel zij tijdens een kampeertrip van haar paard. Al snel kreeg zij longontsteking, hoge koorts en kon nauwelijks ademen. Zij werd behandeld door een osteopaat, die haar wervelkolom behandelde. Onmiddellijk verminderde de koorts en kon zij weer normaal ademen. Deze ervaring was. beslissend voor Ida. 1
Zij studeerde af in biochemie, maar ging voor de rest van haar leven in de leer bij osteopaten en chiropractors totdat zij haar eigen methode ontwikkelde, Zij noemde haar werkwijze ‘structurele integratie’, in het algemeen ‘rolfing’ genoemd.
Rond 1920 was zij verbonden aan een ashram in de Bronx, New York, waar zij studeerde met een succesvolle, tantrische yogi Pierre Bernard, ook wel ‘Omnipotent Oom’ genoemd. Hij is een sleutelfiguur, de eerste in een lange lijn van tantrische goeroes in Amerika die beroemd en berucht waren om hun charisma en hun controversiële gedrag, welke loopt van Bhagwan Rajneesh en Swami Muktananda tot Chogyam Trungpa en Adi Da. Een aardig verhaaltje voor Esalen is het volgende. Toen Michael Murphy zijn vader vertelde van zijn Hindoe interesse, waarschuwde deze hem vooral niet te worden als die ‘Omnipotent Oom’. Murphy was geenszins een voorstander van de amorele, seksuele praktijken van de Amerikaanse tantrische tegencultuur. Hij verkoos meer de rechtshandige tantra van Aurobindo.
Bernard leerde dat ‘liefde, een manifestatie is van seksueel instinct, de bezielende spirit van de wereld.’ Rolf, overigens minder expliciet seksueel gericht, zei het hem wel na: ‘Vereer het lichaam.’ Ook in haar benadering staat het lichaam centraal, dat uitgerekt en in balans gebracht moet worden. Een uitgebalanceerd lichaam zal bijdragen tot een beter menszijn. Behandeld wordt het diepliggend bindweefsel rond het skelet.
Met name de krachtige bewerkingen van de ruggengraad kunnen een diep effect en een zalige bevrijding hebben van seksuele energieën.
In de klassieke yogafilosofie wordt het subtiele lichaam spiritueel opgevat als een grote verzameling ‘nadi’s’, kanalen voor prana, de universele levensenergie. De belangrijkste drie nadi’s zijn ida, pingula en shushumna. De shushumna is het centrale kanaal, een astrale buis, dat ontstaat wanneer de energiestroom binnen de ida en de pingula even sterk is en zodoende voor de yogi, dankzij o.a. ademhalingsoefeningen, pranayama genaamd, evenwicht, helderheid en zuiverheid ontstaat. De twee primaire nadi’s, ida en pingula, lopen van het hoofd in een dubbele helix tot in de bekkenbodem. Daar, in het allerlaagste gedeelte sluimert de kundalini tussen de anus en het voortplantingsorgaan. Deze kundalini wenst verenigd te worden met de wereld van het absolute, maar ligt in latente toestand, als een nautilus-schelp opgerold als een slang in drie en een halve winding rond de lingam. De sluimerende kundalini kan worden gewekt en beweegt zich omhoog door de lege shushumna, ook wel brahma-nadi genoemd, naar de kruin. Dit is waar de yogi tot verlichting wordt gebracht.
Ook al wordt dit wetenschappelijk niet aanvaard, neurologisch klinkt het zinvol. De ruggengraat is het slangenkanaal van bio-elektrische energie en kleine flitsen van vonkontladingen die de genitaliën en de hersens openen. Dan kunnen er dingen gebeuren, die tegelijkertijd mystiek en erotisch zijn. Bewustzijn en energie, het brein en de geslachtsorganen komen samen en communiceren met elkaar.
Geen wonder dat Rolf meende door diep diverse plekken in de rug te masseren de verlichtende slangenkracht te wekken. Zij werkte, zoals zij zelf zij niet met ‘patiënten’, maar met ‘cliënten’, die zij door houding en lichaam op één lijn te brengen met de zwaartekracht van de aarde inwijdde in een harmonieus bewustzijn, dat samenvalt met de verticaal aaneengesloten lichaamssegmenten. Het aanraken en bewerken van de fysieke weefsels was het aanraken en bevrijden van de menselijke geest.
Vanaf 1964 werkte Ida Rolf in Esalen totdat zij in 1971 haar eigen Rolf Institute of Structural Integration in Coldorado begon. Behalve haar bijdrage aan de ontwikkeling van massage technieken, was zij voor één ding ook belangrijk: ze haalde Fritz Perls over naar Esalen te komen. Het verhaal is te mooi om niet te vertellen.
Fritz had al vijf of zes jaar ernstige hartklachten. Zozeer dat hij telkens als hij het podium betrad, hij bereid was te sterven. Tijdens een lezing over gestaltpsychologie in 1965 in Los Angeles bevond Dorothy Nolte onder zijn gehoor, een leerling van Ida. Zij zag hoe ellendig hij eraan toe was en bood hem een behandeling aan. De treatment duurde een uur en het werkte. De pijn verdween en wel voor enkele weken. Toen deze echter terugkeerde, vroeg Fritz aan Dorothy hem opnieuw voor een uur te behandelen. Zij weigerde dit, want zij had nog geen licentie en verwees hem naar Ida.
Ida nam het verzoek aan temeer daar zij Perls eens graag aan het werk wilde zien. In de week die volgde gaf zij hem gaf elke dag een behandeling van een uur, waaronder zeer pijnlijke. Bij de zevende verloor hij het bewustzijn. Ida schrok. Naar eigen zeggen beefden haar knieën. En zij verweet zich de man zo slecht behandeld te hebben. Na enige minuten hield de paniek op keek zij nauwkeurig naar wat er aan de hand was en concludeerde: ‘Dit was niet het beeld van een stervende aan een hartkwaal, dit is het beeld van iemand onder anaesthesia. Zij hield haar handen onder zijn hoofd en zijn nek. En na enige tijd opende Fritz zijn ogen. Op dat moment hoopte zij dat hij niets van dit buiten bewustzijn geraakt zijn zou weten. Maar het eerste wat Fritz zei: ‘Ja, zij gaven mij toen echt een moeilijke tijd.’
Wat bleek? Enige jaren terug had Perls een operatie ondergaan, waarvan hij zeker wist dat zij zijn onder anaesthesia zijn nek beschadigd hadden, hoewel zijn artsen dit ten stelligste ontkenden. Ida verbood haar leerlingen behandelingen te doen onder verdoving.
Perls zou uiteindelijk overlijden aan hartfalen. Maar Ida wist hem voor de rest van zijn leven te genezen van ondraaglijke pijn. Op zijn beurt bleef Perls haar dankbaar. Hij noemde haar liefdevol ‘Mrs Elbow’. Zie de foto hierboven die Ida aan het werk toont. Beide verwezen hun cliënten naar elkaar. Zoals Dick Price het in de Esalen cataloog in 1983 verwoordde: in de jaren zestig waren er twee stromingen die hier tezamen kwamen: Fritz Perls over de plasticiteit van de karakterstructuur en Ida Rolf over de plasticiteit van de fysieke structuur. Psych en lichaam kwamen bijeen en namen een nieuwe gedaante aan.
- 1Kripal, op.cit, p.235-240.