De baarmoeder, woning van Gods barmhartigheid
Het Hebreeuwse woord voor compassie is ‘rakhmana’, dat verwant is met zowel ‘rakhamim’ – ingewand – als met ‘rekhem’ – baarmoeder. Etymologisch bezien begint compassie dus in de ingewanden, meer speciaal de baarmoeder, een gegeven dat te vinden bij Benoît Standaert, benedictijner abt en auteur, die in zijn boek Spiritualiteit als levenskunst een lemma wijdt aan barmhartigheid. Hij herinnert daarin aan een lezing van Emmanuel Levinas over dat onderwerp, en als ik dat detail toevoeg dan vooral uit verrukking over hoe een kleine etymologische parel zijn weg vindt, door de ene geleerde doorgegeven aan de andere. Taal kan zo mooi fluisteren, als je goed luistert. Zo mooi zingen, ook in geleerde verhandelingen.
Wat schrijft de ene geleerde volgens de andere? Dit: ‘Rakhamim – Barmhartigheid [..] gaat terug op het woord Rekhem, dat “baarmoeder” betekent. Rakhamim is de baarmoeder voor zover die naar de ánder gericht is, die in haar gedragen en gebaard wordt. Rakhamim is de baarmoeder zelf. “God is barmhartig” betekent dat God door het moederschap wordt bepaald. In de diepte van deze barmhartigheid wordt een vrouwelijk element aangeroerd.’