Fritz Perls: er is geen onbevlekte waarneming
Ongetwijfeld is Fritz Perls een van de invloedrijkste personen in de geschiedenis van Esalen, in ieder geval de meest beroemde. Hij verbleef daar vijf jaar en men heeft zelfs voor hem op het terrein een woning gebouwd.
Geboren in 1893 te Berlijn als Friedrich Salomon Perls in een Joods gezin. Zijn vader was zeer anti-religie en Fritz zou zich al in zijn puberteit een atheïst noemen. Het huwelijk van zijn ouders was slecht. Er was veel fysiek en verbaal geweld, dat viel ook Fritz ten deel. Zijn vader schold hem vaak uit voor een stuck scheisse en zijn moeder sloeg met een zweep of mattenklopper. Begrijpelijk dat hij een lastig kind was. Hij haatte zijn ouders. Zijn schoolresultaten waren matig tot slecht. Hij leed eronder dat sommige leraren hun antisemitisme niet onder stoelen of banken hielden. Intussen ging hij naar de theaterschool, waar hij Max Reinhardt, directeur van het Deutsche Theater, ontmoette die hem het belang van non-verbale communicatie leerde. Die ervaring zou hem later zeer van pas komen.
Na zijn medicijnenstudie in Berlijn, ging hij onder andere in de leer bij Wilhelm Reich en Freuds biograaf Ernest Jones. Psychoanalyse zou zijn religie worden. Hij werd een klassiek Freudiaan. Tijdens de eerste wereldoorlog ging hij in militaire dienst en ervoer hij de onmenselijke omstandigheden.
In 1933 stond hij op de zwarte lijst van Hilter (met Tillich en Spiegelberg). Via Nederland vluchtte hij met Laura zijn vrouw en twee kinderen naar Zuid-Afrika. Laura zou trouwens voor de ontwikkeling van de gestalt therapie van grote betekenis zijn.
Ook daar ging Fritz in het leger, werkzaam als psychiater. In Johannesburg stichtte hij de eerste psychoanalytische gemeenschap: de Zuid Afrikaanse Psychoanalytische Vereeniging. Veel plezier zou hij aan dit genootschap niet beleven. In 1936 presenteerde hij op het internationale congres een paper met daarin de nodige kritiek op Freuds libidotheorie. Dat werd niet hem niet in dank afgenomen, zeker niet door Freud. Het zou nog erger worden. Perls bracht een bezoek aan het huis van de Professor in de hoop hem persoonlijk te spreken. Aangebeld ging de deur open op een kier. Fritz: ‘Ik kom vanuit Zuid-Afrika om U een paper overhandigen en hoop u te spreken.’ ‘Wanneer ga je weer terug?’, was de enige reactie’ Meer herinnert Perls zich niet. Maar hij zou zijn gehele leven op Freud woedend blijven. Hij wilde zo graag met Freud oog in oog staan, om hem op zijn fouten te wijzen (!). Ondanks de vele aanvallen bleef hij Freud veel verschuldigd en bewonderde hij hem om zijn nadruk op het individuele als ook op zijn bijzondere vermogen in alles seks te lezen.
In 1946 verhuisde de Perls familie naar New York. Zij gingen wonen in Manhatten en Fritz stichtte aldaar de New York Institute for Gestalt Therapy. Niet alleen gaf hij trainingen in zijn appartement, maar reisde hij ook door heel Noord-Amerika voor lezen en workshops.
Perls wordt niet altijd flatteus omschreven. Men vond hem sarcastisch, arrogant, grof in de mond, egocentrisch, sensueel, maar ook eerlijk. Hij had een aanstekelijke bulderende lach. Zo beschreef hij eens zichzelf: ‘... een onbekende lagere middenstand joden jonge, die een middelmatig psychoanalist werd en uitgroeide tot de waarschijnlijke schepper van een nieuwe behandelmethode en de exponent van een levensvatbare filosofie die iets voor de mens zou kunnen doen.’
Uiteindelijk vertrok hij naar Californië om te gaan werken in Esalen. Zijn eerste workshop – in 1964 – werd in de brochure aangekondigd met de volgende woorden: ‘Om het gezichtsveld van bewustzijns uit te breiden, een groter contact te bewerkstelligen met de omgeving en om de splitsing tussen subject en object te beëindigen, dit zijn de doelstellingen Gestalt Therapie.’ Bovendien gaat het erom zich meer te concentreren op wat is, dan het waarom het is. Verder beloofde men deze nieuwe therapie in verband te brengen met existentialisme en Zen.
Het Duitse ‘Gestalt’ is lastig te vertalen. Van Dale geeft: ‘geheel, als zijnde meer en anders dan de som van de delen.’ Anderszins: Gestalt is een aanschouwelijke, in de waarneming gegeven eenheid. De gestaltpsychologie gaat uit van het unieke karakter van de eenheid in de menselijke beleving, zonder gedragingen in afzonderlijke elementen te splitsen. Er wordt niet gegraven in het verleden noch gezocht naar onbewuste drijfveren, alles speelt zich af in het ‘hier en nu’. Maar dit ‘hier en nu’ is altijd een constructie, een synthese gemaakt onder de druk van levende momenten van ervaringen in het verleden, geloofsovertuigingen, gewoontes, capaciteiten, verwachtingen, actuele behoeftes, toekomstige intenties, culturele rasters en huidige condities. Met andere woorden, er zijn geen pure data. Waarneming is altijd interpretatie. Enigszins humoristisch geformuleerd: ‘er is geen onbevlekte waarneming’. Perls was overigens geenszins zo filosofisch. Filosofie was voor hem ‘mind-fucking’ ofwel ‘elephant -shit’. Tijdens zijn workshop was er geen gelegenheid voor wijsgerige verklaringen of rationele overwegingen. Ze waren direct uitgevoerd theater. Werkelijkheid en fictie waren min of meer synoniem. Het ego is acteur en handeling ineen. Psychologische rijpheid bestaat erin dat individuen zich bewust te worden van hun eigen geschreven scenario’s in plaats van te leven naar het script van iemand anders. Naar Joost van de Vondel: ‘De wereld is een schouwtoneel, elk speelt zijn rol en krijgt zijn deel.’ Of Erasmus in zijn lof der Zotheid: ‘Wat is de wereld trouwens anders dan een groot schouwtoneel, waarin ieder, onder het masker van een ander optreedt en zijn aangenomen rol speelt, totdat de grote Regisseur hem van het toneel laat verdwijnen.’ Perls was niet voor niets zeer geïnteresseerd en het toenmalige beroemde Living Theatre in New York.
Perls wilde dat mensen hun eigen toneelvoorstelling gingen zien en doorzien en om hen dan zover te krijgen dat zij meer controle hadden over hun eigen ego-handelingen. Beroemd is de ‘hot seat’. Wanneer mensen bijeenkwamen voor een workshop, vroeg Perls om vrijwilligers die bereid waren plaats te nemen op een stoel, de ‘hot seat’ dus, waarnaast ook een andere lege stoel stond. Wie op die hot seat ging zitten werd door Pels ondervraagd – ‘wat ligt er vóór op de tong’, om dan opmerkingen te maken over elk defensiemechanisme, elke lichaamshouding, elk trillen van de ogen. Vaak vroeg hij de vrijwilliger iets van zijn of haar dromen te vertellen en een gesprek aan te gaan met personen die in de droom voorkwamen. Niet om deze dromen te interpreteren, zoals Freud deed, maar om hen te gaan beschouwen als een aspect van de dromer zelf.
Het lijkt een eenpersoons psychodrama. Fritz moedigde elk individu aan om de verschillende persoonlijkheden van zijn psyché in de ruimte te projecteren en verbaal en emotioneel met hen om te gaan om aldus het gebroken zelf opnieuw tot een geheel te verenigen en als dus een nieuw Gestalt of geheel te creëren. Dromen, herinneringen, angsten, problematische relaties, wrok, jaloezie het werd direct in scene gezet en uitgespeeld. Altijd moest de persoon spreken in de ik-vorm en altijd moest het gaan over wat er nu speelt.
Perls kon stevige uitspraken doen, die graag geciteerd worden. Beroemd is deze: ‘Ik doe mijn dingen en jij doet jouw dingen. Ik ben niet in deze wereld om te leven naar jouw verwachtingen en jij bent niet in deze wereld om te leven naar de mijne. Jij bent jij, en ik ben ik. En wanneer we elkaar per toeval vinden, is dat prachtig. Wanneer niet, dan is er niets aan te doen.’ Hetzelfde kon hij ook zo onder woorden brengen: ‘Ik ben die ik ben, ik nek wanneer ik kan. Ik ben Popeye de sailor man.’
Zoals gezegd, Fritz had een afschuw aan religie. Hij was een militant atheïst voor wie godsdienst niet meer was dan ‘de zwarte modder van occultisme en mysticisme’. Na zijn reis naar Japan waar hij verschillende zentempels bezocht, noemde hij de vorm van meditatie die aldaar beoefend werd een vorm van constipatie. ‘Het is als zitten op de plee. Men zit daar maar, zonder te schijten en zonder er vanaf te gaan.’ Toch was zijn Japanreis belangrijk. Sindsdien sprak hij graag over de ‘little satoris’, waarmee hij de plotselinge flitsen van bewustzijn beschreef die de gestaltpsychologie probeerde te bewerkstelligen. Murphy noemde hem een geheime mysticus. Zo had Fritz waardering voor ‘het nulpunt van de tegenstellingen’. Een belangrijk thema in de mystiek: ‘Zero is nul, niets. Een punt van onverschilligheid, vanwaar de tegenstellingen geboren worden.’ Of opnieuw: ‘Wat is, zal zich onderscheiden in tegenstellingen. Als je gevangen bent in een van de tegengestelde krachten ben je verstrikt of minstens onevenwichtig. Als je staat in het niets van het zero centrum ben je in balans en in de juiste verhoudingen. Perls herkende dit als het Westerse equivalent van de leer van Lao Ze.
‘Alles is bewustzijn,’ verklaarde hij. Ook materie en moleculen hebben een kwantum bewustzijn: ‘De cellen weten meer dan we denken.’ Het fysieke bestaan is niet mechanistisch: ‘Jij en ik en ik en jij zijn meer dan dode materie.’ Om eraan toe te voegen dat we bestaan in onze echte ‘Boeddha-natuur’.
Waar het hem om ging, was de realisatie dat er een vorm van ervaring mogelijk was, diepgeworteld in het lichaam, voorbij alle religieuze en filosofische kaders, ‘een manier om de wereld te zien niet door de partijdigheid van enig concept, maar waar we de vooroordelen begrijpen van conceptualisering’.
In 1969 verliet Perls Esalen en ging naar Vancouver om er een trainingscentrum voor therapeuten te vestigen. Een jaar later overleed hij ten gevolge van alvleesklierkanker en hartfalen. Hij was 77 jaar.