Sofia Goebaidoelina, muziek verenigt de mens met God

Gubaidulina’s pad is gecompliceerd. Het voert ons door het struikgewas van het 12-toon serialisme, post-seriale mikrotonale Russische muziek, extravagante improvisaties van volksmuziek daarbij gebruikmakend van Georgische jachthoorns, mystiek en ballingschap. Maar door dit alles leidt één heldere draad: zij heeft er altijd op aangedrongen dat haar muziek bedoeld de mensheid met God te verenigen: ‘Ware kunst is voor mij altijd religieus geweest.  Zij brengt altijd met zich mee om samen te werken met God.’

In die zin is zij een trouw volger van Nikolai Berdyaev, de Russische filosoof die verbannen werd van zijn thuisland door de Bolsjewieken in 1922. Berdyaev meende dat creatieve mensen het proces voortzetten dat God bij het scheppen van de wereld uit de leegte begonnen was.  God, als het ware,  heeft ons nodig om zijn werk voort te zetten.

Toch is elke creatieve handeling verwikkelt in een ‘verraderlijke compromis met de tijd’ aangezien inspiratie altijd in de realisatie verminkt wordt.  ‘Dit compromis,’ schreef Bedyaev, in de betekenis van de creatieve handeling, ‘vult het gehele gebied van de cultuur met een groot verdriet en laat een onoverkomelijke bitterheid na in het hart van elk creatief wezen.’

‘Dit alles betekent heel veel voor mij,’ zegt Gubaidulina. ‘Dit is het verdriet in het hart van de muziek.’ Misschien is dat verdriet alleen maar een Russische zaak. Op het Huddersfield Contempory Music Festival in 1986 zei ze: ‘Russische muziek gaat altijd over pijn. Of misschien is het niet alleen maar iets Russisch.’ 

'Ik ben een Russisch Orthodox persoon en ik begrijp religie in de letterlijke zin van het woord als re-ligio, dat wil zeggen als het herstel van betrekkingen, het herstel van het legatovan het leven. Voor muziek bestaat er geen serieuzer taak.  

Sofia Gubaidulina over haar leven als componist

Transformatie in iets volledig nieuws, verschillend, is wat ons verenigd met onze schepper. Zonder zijn onze inspanningen futiel. Alleen het transfiguratieve element kunst handelt als dit, zo het wordt een noodzakelijke brood, het spirituele brood voor degene die participeren in deze act.

Armoede omgevormd tot rijkdom.

Armoede heerste in haar gezin. Vader was ingenieur en dat was in die tijd armoe. Er was rond het huis geen groen, geen bomen. Maar mijn verbeelding als kind keerde zich tot de hemel en begon daar te leven. De grond verdween waar je wandelde in de hemel.

Haar vader was een Tartaar. Hij zweeg veel al wandelende. De relatie met mijn vader was erg belangrijk: communicatie zonder woorden tussen ons innerlijke zelven.

Toen ik begon aan het conservatorium kwam er een instrument in onze flat. Het was niet een normale piano maar een concert grande. Het klonk hemels.

Op school gaf de leraar mij kleine stukken om te leren, twee octaven, zeer armoedig vergeleken met de mogelijkheden van het instrument. Uit armoede wilde ik componeren.

Ik werkte ’s nachts. Heel hard.

Mijn grootvader was een Mullah, een die religieus mens, een scherpe geest en vertaalde de koran. Hij behoorde tot de moslimse intelligentie. Mijn vader was zijn tegeldeel, een technocraat en had tegenovergestelde overtuigingen. Hij was antireligieus en wilde niets van religie weten. En omdat religie zo ongewenst was in ons land, moedigde mijn moeder ook niet aan om er over te praten. Ik herinner me een moment dat ik in een dorp was bij een religieuze vrouw die in een hoek van haar huis een icoon had van Christus. En ik herkende hem, ik herkende God, ik herkende Christus. Ik was slechts vijf jaar. Mijn ouders waren verschrikt dat ik religieus was. Vanaf dat moment begreep ik dat dit verboden was en ik verborg mijn psychologische ervaringen voor de volwassenen. Maar deze religieuze ervaring leefde in mij. Op de een of ander manier mengde muziek zich van nature met religie. Klanken  werden sacraal voor mij.

Ik voel dat ik een mengeling ben niet alleen maar van twee bloedgroepen, maar van vier:

Van mijn vaders kan ben ik een Tartaar, van mijn moederskant ben ik Slavisch, mijn leraar aan het conservatorium was joods, mijn leraren waren joods, en mijn spirituele voeding kwam van de Duitse cultuur: Goethe, Hegel, Novalis, Bach, Webern, Haydn, Mozert, Beethoven. Er was een grote diversiteit van oorsprongen in mij. Ik ben ook geïnteresseerd in folklore van verschillende andere landen en noodzakelijk van Oosterse landen, zoals Ceylon of de Yakut. Ik merkte dat het oosterse element een zeer belangrijk rol in mij speelde. Ik realiseerde dit toen ik een een keer in Moskou bezocht. Een bedienaar nodigde me uit naar een dienst te luisteren en ik herinner me hoe ik mij voelde gedurende de pauze tussen de lezingen van de koran. In die twintig minuten van totale stilte was er een concentratie die mij verliet in een staat van absolute extase. Na deze ervaring realiseerde ik me dat zijnde een universele persoon niet alles was en dat je een stap meer in de richting van jezelf, naar je ware innerlijk zelf moet zetten.

Ik denk dat transfiguratie het meeste is wat we in het creatieve proces verlangen. Ja ik woon feitelijk aan het Transfiguratie Plein, waar de markt en het klooster hier gebouwd waren voor Peter I ten tijde van Tsaar Alexei Mikhailovich. Het is vreemd dat er iets goed kan komen uit armoede.

Op een moment had ik een idee, een plan, welke mij de richting toonde die ik moet inslaan. Een manier om de verschillende aspecten van de muzikale taal tezamen te brengen. Vergelijk het met een boom waar de diverse aspecten van de muziek vertegenwoordigd worden door de verschillende delen van de boom: een aspect door de wortel, een ander door de stam, en weer anderen door bladeren en de vruchten. De wortels zijn het idee, de stam is de realisatie van het idee en de takken en de bladeren zijn een soort muzikale transfiguratie. Als we op deze wijze naar de geschiedenis kijken, zien we dat we in het begin een lineaire periode kennen, waar de wortel de lijn is en alles lineair is. We zien dat lineaire cultuur een vocale cultuur is. In wezen definieert het ritme van het woord de vorm (gregoriaans). Het ritme ontluikt zoals de stam van de boom. Wat zijn de bladeren? De bladeren zijn de suggestie van harmonie. Als we ons bewegen naar de homofonische periode, realiseren we ons dat de zaden op de aarde vallen. Zij scheppen de wortel van de boom, de wortels worden harmonie. Alles ontspringt van deze harmonische essentie. Wat dan is de stam? De lijn, de lineaire ontwikkeling van het thema. Maar wat zijn de bladeren? De bladeren zijn het ritme. In dit geval wordt de transfiguratieve functie gevormd door het ritme.

Van deze twee beelden herleidde ik een derde, dat een raadsel voor me was. Wat gebeurde in de 20eeeuw? Toen zag ik dat hetzelfde proces overal aan de gang was.

De bladeren zijn gevallen naar de aarde en schiepen een nieuwe wortel. Dat is het ritme. En de wortels werden de stam. Dat is alles harmonisch. Verticaal heeft te doen met de pitch, dat wordt de stam.  Op dit punt is het de melodie. Nu weet ik welke richting ik zou inslaan. Ik zou een techniek scheppen met behulp van het ritme. Ik zou niet proberen om artificieel een techniek te scheppen met gebruik maken van een toonhoogte.  Gedurende vijf jaar ben ik bezig te werken met ritmische vormen.

Stimmen verstommen

Tenslotte kwam ik tot deze vraag over het ritme. Ik vond een andere polarisatie boven mijn hoofd hangen: consonant ritme en dissonant ritme. Wat voor deze symfonie het meest werkelijk vreugdevol is, was ontworpen.. een ritmische vorm met behulp van de gouden sectie. Dan hetzelfde patroon werd het hoofdthema van d compositie en merkwaardigerwijs het werd niet uitgedrukt door klanken, maar door de gebaren van de dirigent. DE climax van het stuk is essentieel stil. De dirigent schept een consonant ritme met gebaren. Hij maakt ritme  vanuit leegte. Daarna gebruikt de dirigent hetzelfde ritme om een ritmische tempel te creëren. Ik zie dit als een transformatie in het verticale zeer vergelijkbaar met de wijze waarop een dichter rijm schept.

Ik had zo juist een wonderlijke ervaring in Wenen gehad. Stimmen vesrtommen was voor het eerst uitgevoerd door een Oostenrijks orkest, geleid door Michael Gielen. Hij is opmerkelijk omdat hij exact doet wat er geschreven staat met alle aangemerkte pauzen.

Vijf seconden gaf hij  vijf seconden, precies zoals geschreven. Niet meer, niet minder.

Toen hij bij de cadenza kwam, deed hij  precis zoals het getekend was, geen improvisatie, geen cadenza maar een statement van het thema als geschreven, als getekend met absolute precisie, als dit – zij doet het voor…- Toen kwam het orgel in – weer de gebaren-

En toen ging het normaal verder. Het was zo fascinerend en intens. Ik had niet gedacht dat het zulk een wondervol effect kon hebben. De toehoorders vertelden dat zich geheel en al opgetild voelden en dat zij de dag daarna nog steeds hoogvliegend waren. Ik denk dat dit te danken is aan de architectonische proporties, consonante proporties.

 

Ik ontdekte ook dat spelen met oosterse instrumenten je in de gelegenheid stelt meer van jezelf te verstaan. Dit is een methode om klank te gebruiken om de geest te concentreren, zoals gebruikt in het oosten. De ervaring om ondergedompeld te zijn in het centrum van de klank heeft een grote betekenis voor mij gehad. Ik geloof dat voor een componist de meditatieve houding voor een klank belangrijk is. Oosterse mensen bezitten en het is misschien binnen de instrumenten. De violist die deze stralende akkoorden voortbracht, zei dit te ervaren als een mystieke handeling.  Er gebeurde iets dat akoestisch onmogelijk scheen. Plotseling was het daar, hij zei dat ie uit zijn bol ging.

In de vorige eeuw was het de norm om mooie klanken  te produceren. Maar voor ons is het een mystieke handeling en handeling van het grijpen van je lot.

De kunstenaar is als een slachtoffer. De kracht van deze devotie jegens de klank is zo groot dat het de klank verandert in een religieuze act. Het artistieke fenomeen geeft de componist het recht iets te creëren gebaseerd op deze kwaliteit.

Religie: een herbevestiging van ‘legato’, van connectie, En ik ben ervan volledig overtuigd dat er geen serieuzer taak voor de kunstenaar is dan deze connectie, omdat ons hele leven gefragmenteerd is.  Het dagelijks leven vindt plaats in een soort staccato, Wij hebben geen tijd om enige continuïteit in ons leven, maar cultuur helpt ons een lijn te trekken en dus is dit ‘legato’ een religieuze act.

Het schijnt me essentieel voor het individueel dat tijd getransformeerd  wordt. Eliot was hierop speciaal betrokken in zijn ‘Four Quartets’ en zijn laatste werken. Hij is een van de krachtigste denkers van de 20eeeuw. Zijn werken verdienen de diepste affectie. En zijn grootste preoccupatie was met tijd, zijn waarneming van tijd. Hij maakte tijd tot de held van zijn werk;  vier variaties in tijd en vier variaties in geen-tijd. Ik vind dit fascinerend: Verleden, heden toekomst en geen-tijd zijn verbonden met de vier elementen van de vier tijden. Geen tijd heeft vier variaties. Dit is echt mooi. Een punt van onbeweeglijkheid binnen een bewegende cirkel. Een punt op een bewegende cirkel en zo bewegende zich zelf. Het punt dat in het centrum is op het Kruis. En tenslotte, een punt dat irrationeel is, complete waanzin buiten het Kruis, buiten de cirkel. Dat is het punt dat het hart is van de Tijd, waar alles sterft, verbrand wordt in de vlammen, gereduceerd tot niets. We kunnen niet voorbij dit punt leven tenzij we accepteren dat dood…

 Het Vuur en de Roos zijn verenigd met elkaar in de essentie van Tijd. Het is niet alleen maar mooi, het is een diepe waarheid, vooral in de 20eeeuw. Daar wij zodichtbij ons einde om dit einde waar te nemen als een staat van gezegendheid. Als een zuiverende vlam, waarna ware transfiguratie plaats vindt, de verrijzenis van de geest

 

Sofia Goebaidoelina - Jetzt immer Schnee.